Meer leren over Kubernetes
In de wereld van data- en systeemintegratie zijn nieuwe ontwikkelingen dagelijkse kost. Voor integratiespecialisten is het dus van groot belang om hun kennis continu op peil te houden. Daisy krijgt als IT-trainee de mogelijkheid om de vrijdagen te benutten voor zelfstudie. “Dan verdiep ik me in de technieken waar ik meer over wil leren en de ontwikkelpunten die in mijn groeiplan zijn vastgelegd. Momenteel studeer ik vooral op Apache Camel en Kubernetes. Als ik vragen heb, zijn er veel seniors binnen Virtual Sciences Conclusion die ik dan even aan de mouw kan trekken. Het voelt als een luxe dat zij bereid zijn hun kennis met mij te delen.”
Thuis bij Virtual Sciences Conclusion
Het duurt nog ruim twee jaar eer Daisy klaar is met haar IT-traineeship. “Met veel plezier kijk ik uit naar wat de komende jaren me gaan brengen. Ik ben benieuwd welke technologieën er nog meer op mijn pad komen en waarin ik me kan gaan specialiseren. Feit is dat ik lekker op mijn plek zit bij Virtual Sciences Conclusion. Er zijn ontzettend veel groeimogelijkheden, dus ik weet dat ik niet snel verveeld zal raken.”
IJskoude uitdaging
Wat Daisy ook niet verveelt, is het ijsbad waarin ze zich iedere ochtend onderdompelt voor ze naar haar werk vertrekt. “Vorig jaar december begon ik met het zwemmen in natuurwater, op dat moment natuurlijk ijskoud. Die dagelijkse koudeshock is goed voor mijn immuunsysteem. Sinds ik het doe, ben ik een stuk minder ziek.” Al is het echt niet zo dat Daisy dagelijks staat te trappelen om het ijsbad in te stappen. “In het begin kostte het veel moeite om door die weerstand te breken. Langer dan een minuut hield ik het niet vol. Nog altijd voel ik weerstand, soms sta ik eerst een minuut naast het bad, maar ik ga altijd.” Net als in haar werk, daagt de integratiespecialist zich ook uit in het ijsbad: “De ene keer zit ik er vijf minuten achter elkaar in. Dan weer twee minuten erin, een minuut eruit, twee minuten erin. Ik vind het zowel op werk- als op privégebied lekker om de uitdaging op te zoeken.”