3. Ontwikkeltaal
Low-level talen zoals Java of C++ zijn veel lastiger te leren omdat ze kennis vereisen van de architectuur en het coderingsprincipe. Maar omdat ze dichter bij de machinetaal staan, werken ze veel efficiënter dan high-level talen zoals JavaScript, Python of de code die je genereert met low-code development platforms. “Ik maak graag de vergelijking met fast fashion”, zegt Robbrecht. “Hoe makkelijker een taal is, hoe minder efficiënt de uitvoering is omdat je niet specifiek kunt optimaliseren. Omdat het zo makkelijk is zul je voor een bepaalde taak eerder software ontwikkelen en deze ook weer sneller weggooien.
Voor specifieke gevallen is dat natuurlijk oké, denk aan een kortlopende marketingactie waar op de achtergrond een applicatie draait. Maar bij processen die niet snel wijzigen, kun je de code voor de ondersteunende software beter zo efficiënt mogelijk schrijven.”
Hoewel hij primair pleit voor meer opleidingen voor het leren van low-level talen en vooral coderingsprincipes, adviseert hij ook: “Gebruik generatieve AI voor het schrijven van code. Want over het algemeen schrijft AI efficiëntere software dan ontwikkelaars zelf doen.” Hij noemt als voorbeeld een complexe query. “Mensen zullen de code zo schrijven dat een complexe query wordt opgedeeld in allemaal kleine losse queries, waarna de resultaten worden samengevoegd. Dat betekent dat de database heel vaak moet worden bevraagd. AI schrijft de query zo dat de database maar één keer bevraagd hoeft te worden.”
4. Cloud computing
Tot slot wijst Robbrecht, net als Jeroen Timmermans en Marcel Stangenberger, op het belang van samenwerking tussen verschillende expertises. “Als je software ontwikkelt via de CI/CD-methode kijken beheerders, infrastructuurspecialisten en ontwikkelaars in elkaars keuken. Dan zullen ze eerder ketens ontwikkelen die als geheel efficiënt functioneren.” Vaak kies je dan voor de cloud, maar de cloud schakelt ook capaciteit bij zonder dat je er erg in hebt. “Hoe pluk je de vruchten van het één en minimaliseer je tegelijkertijd de impact van het ander? Dat zijn vraagstukken waar je echt gezamenlijk naar moet kijken”, zegt Robbrecht. Hetzelfde geldt voor testomgevingen die vaak veel minder data bevatten dan productieomgevingen, waardoor ontwikkelaars geen goed beeld krijgen van de energie-efficiëntie van hun applicatie. Robbrecht besluit dan ook: “Kom van je eiland af, werk samen en kijk met een brede blik naar dit onderwerp.”