Waardegedreven zorg in OLVG: 'Wat ons betreft is dit pas het begin'
Als een van de zeven Santeon-ziekenhuizen werkt OLVG in Amsterdam hard mee aan het Samen Beter-programma. Het programma is gebaseerd op de methodiek van de waardegedreven zorg en heeft als doel om de zorg actief te verbeteren. Data-analist Wiard Jorritsma, werkzaam op de afdeling Kwaliteit & Verbetering van OLVG, en dataconsultant Delanie van der Meulen van Furore Conclusion vertellen hoe zij het project ervaren en met welke uitdagingen het gepaard gaat. ‘We moeten een soort eenheid van taal creëren die werkbaar is voor alle ziekenhuizen.’
19 september 2024 | Nieuws | Door: Furore Conclusion
Deel
62% minder ziekenhuisopnames dankzij een app die thuisdialyse ondersteunt, een toename van het percentage borstsparende operaties bij borstkanker van 50 naar meer dan 80%, een kortere opnameduur bij patiënten met een beroerte… Het Samen Beter-programma binnen Santeon, dat draait om het leveren van de best passende zorg voor patiënten en het actief verbeteren van de zorg, heeft sinds 2016 al tot een indrukwekkende lijst met positieve resultaten geleid. Maar wat OLVG betreft is dit pas het begin.
Cyclisch verbeteren
‘Het Samen Beter-programma is gebaseerd op het concept van waardegedreven zorg,’ legt Wiard uit. ‘Daarbij probeer je de beste uitkomsten te realiseren voor de patiënt tegen zo laag mogelijke kosten. Omdat patiënten zelf vaak het beste weten welke uitkomsten het meest bijdragen aan hun kwaliteit van leven, worden de uitkomstmaten in samenspraak met hen opgesteld.’ Het programma bestaat op dit moment uit zestien patiëntgroepen, en voor elk van die groepen werkt er in elk Santeon-ziekenhuis een multidisciplinair verbeterteam aan het verbeteren van de zorg. ‘Onderling werken die teams nauw met elkaar samen, en ze volgen elk de PDCA-cyclus voor cyclisch verbeteren: Plan, Do, Check, Act. Met andere woorden: je ziet iets wat niet goed gaat of beter kan, je maakt een plan, je gaat het uitvoeren, je checkt of het werkt, en als het nodig is stuur je bij.’
Een gezamenlijk dataplatform
De verbeterteams in het Samen Beter-programma doen hun werk in toenemende mate aan de hand van data uit Santeons gezamenlijke dataplatform HIPS: het Health Intelligence Platform Santeon. Met het platform kunnen de ziekenhuizen snel en eenduidig zorguitkomsten onderling vergelijken, met als doel het ondersteunen van waardegedreven zorg.
Op de data vanuit het platform worden dashboards ontwikkeld. Hiermee krijgen de zorgmedewerkers inzicht in de uitkomsten, kosten en processen rondom de patiëntgroepen. Dat is waar Furore in beeld komt: omdat OLVG vorig jaar te weinig capaciteit had om de datastroom op gang te houden, verzorgt Delanie sinds juni 2023 de data-aanlevering naar HIPS.
‘Daar komt best het een en ander bij kijken,’ vertelt ze, ‘want OLVG is tot nu toe het enige ziekenhuis binnen Santeon dat de data via FHIR aanlevert, een internationale datastandaard die in de zorg gebruikt wordt om digitaal medische gegevens mee uit te wisselen. Het is wel het doel om HIPS in de toekomst naar FHIR over te laten gaan, volgens de visie vanuit het integraal zorgakkoord, maar zover is het nog niet.’ De overige ziekenhuizen halen de data nu dus nog op hun eigen manier uit de elektronische patiëntendossiers (EPD’s), en modelleren de data vervolgens volgens het Santeon-informatiemodel, zodat iedereen dezelfde data aanlevert in hetzelfde format. Delanie: ‘Ik haal de data nu in FHIR uit het EPD. Alles wat niet via FHIR kan, haal ik uit het datawarehouse van OLVG en koppel ik aan de FHIR-data, om vervolgens de data te modelleren naar het informatiemodel.’ Daar zit ’m gelijk de enorme meerwaarde van Furore voor OLVG, stelt Wiard: ‘Furore staat bekend om haar ervaring op het gebied van FHIR, en voor ons is het heel nuttig om die kennis in huis te hebben.’
Eenheid van taal
Hoewel Delanies taken op het eerste gezicht dus duidelijk afgebakend zijn, loopt de route van EPD naar HIPS niet altijd langs een rechte lijn. ‘Neem alleen al de eerste stap: de data ophalen uit het EPD. Daarvoor is het belangrijk dat de bronregistratie in orde is, en dat de data zowel discreet als vindbaar is vastgelegd, maar het komt regelmatig voor dat er informatie in een notitie staat, of in een pdf waar we niet bij kunnen. Als ik zoiets signaleer, geef ik dat altijd door aan de betrokkenen, en we proberen de zorgverleners er ook echt in mee te nemen.’
‘We weten dat de administratielast voor zorgverleners hoog is,’ vult Wiard aan, ‘dus we willen hen niet nóg meer werk bezorgen. Tegelijkertijd moeten we vanuit de technische kant wel een soort eenheid van taal creëren die werkbaar is voor alle ziekenhuizen, zodat we de data ook echt met elkaar kunnen vergelijken. Wat mij betreft is dat misschien wel de grootste uitdaging van dit project: met HIPS willen we het proces waar mogelijk automatiseren, zodat we meer tijd overhouden voor verdiepende analyses, maar dat kan alleen op voorwaarde van een goede bronregistratie. Gelukkig hoeven we het niet alleen te doen; de CMIO en CNIO houden zich ook intensief bezig met deze vraagstukken.’
Raakvlakken vinden
Een andere complicerende factor op de weg van EPD naar HIPS is het feit dat OLVG een van de slechts twee Santeon-ziekenhuizen is die het Epic-EPD gebruiken. ‘Ook daar komt een hoop extra werk bij kijken,’ vertelt Delanie, ‘want data aanleveren vanuit verschillende EPD’s maakt het hele verhaal natuurlijk weer wat lastiger. Je hebt het inhoudelijk wel over hetzelfde, maar HiX en Epic hebben niet dezelfde velden en tabellen.’
Om het hoofd te bieden aan zulke EPD-uitdagingen zoekt Delanie actief de samenwerking op met het andere Epic-ziekenhuis binnen Santeon. ‘Zo probeer ik raakvlakken te vinden en te kijken hoe zij omgaan met de problemen die ze tegenkomen. Het helpt enorm om daarover te sparren – al moet je soms natuurlijk ook gewoon je eigen oplossing vinden. Daar komt mijn netwerk aan Furore-collega’s dan weer enorm bij van pas: ik kan altijd bij mijn collega’s aankloppen en gebruikmaken van hun uitgebreide FHIR- en EPD-kennis. En als het dan uiteindelijk werkt, kunnen we die kennis ook weer de andere kant op overdragen.’
Datavalidatie
Als de data uiteindelijk ontsloten wordt in HIPS, gaan Wiard en zijn collega’s aan de slag met het analyseren en valideren ervan: ze beoordelen of de kwaliteit van de data hoog genoeg is. Dit doen ze in nauwe samenwerking met de zorgprofessionals uit de verbeterteams. ‘Datakwaliteit binnen de zorg is best een ding,’ legt Wiard uit, ‘maar we streven in de eerste plaats naar data die kwalitatief goed genoeg zijn om verbeteringen te identificeren, uit te voeren en te monitoren.’ En dat lukt steeds vaker en beter.
Nog meer verbeteringen
Sinds vorig jaar zomer, toen het project begon, hebben Delanie en Wiard samen met hun collega’s al een flink aantal patiëntgroepen naar HIPS kunnen aanleveren. Delanie: ‘Het is goed om te zien dat de data nu maandelijks aangeleverd wordt en dat het proces gewoon loopt.’
‘En wat ook mooi is,’ vult Wiard aan, ‘is dat we HIPS ook kunnen gebruiken voor de evaluatie van Zorg bij jou, een open platform, ontstaan vanuit de Santeon ziekenhuizen, voor het leveren van hybride zorg. Daarnaast loopt er een pilot om HIPS te gebruiken voor wetenschappelijk onderzoek, en uiteindelijk leiden al die zijpaden natuurlijk tot nog meer verbeteringen binnen de zorg.
Wat mij betreft is het project geslaagd als elk verbeterteam HIPS actief gebruikt in hun werk, maar we zijn pas klaar als we het gevoel hebben dat er niets meer te verbeteren valt.’ Waarop hij lachend besluit: ‘Nooit, dus.’
Benieuwd wat Furore Conclusion voor jouw organisatie op dit vlak kan betekenen?
Neem een kijkje op de themapagina waardegedreven zorg.