Twintig betrokken afdelingen
Bijzonder aan het HMC-project is de omvang van CS-Functie: er zijn maar liefst twintig afdelingen bij betrokken, met natuurlijk elk hun eigen wensen en eisen. ‘Voor sommige afdelingen, zoals reumatologie, was het proces eigenlijk te groot: zij voeren maar één functieonderzoek uit, en daarvoor moesten ze best veel veranderingen doorvoeren. Je kunt je in zo’n geval afvragen of de voordelen wel opwegen tegen de nadelen en of CS-Functie geen extra registratielast oplevert. Hoog over was weliswaar besloten dat elke afdeling ermee moest gaan werken, maar het bleek in de praktijk nog best een uitdaging om iedereen mee te krijgen. Tegelijkertijd is dat juist het leuke aan dit werk: mijn expertise inzetten om gezamenlijk tot een oplossing te komen die voor iedereen werkt. En uiteindelijk is dat bij elke afdeling gelukt.’
Centraal geordend
Het feit dat zorgverleners medische beelden en informatie rondom functieonderzoeken nu een stuk makkelijker kunnen terugvinden is vanzelfsprekend een enorm voordeel van CS-Functie. Maar de grootste verbetering is volgens Nils dat ze ook minder snel iets over het hoofd kunnen zien. ‘Artsen zien nu veel sneller dat de patiënt al op een andere afdeling is geweest voor een functieonderzoek en kunnen die informatie gelijk inzien. Voorheen stond er in zo’n geval misschien wel ergens een aantekening in het dossier, maar daarvoor moest je dan best diep het systeem in duiken. Nu is het centraal geordend en staan bijvoorbeeld een gynaecologische echo en een hartfilmpje op dezelfde plek. Daardoor is de zorg weer een beetje minder afhankelijk van de patiënt voor informatie – en dat is natuurlijk het hele idee van het EPD.’
Gemengde reacties
Toch zijn de eerste reacties vanuit HMC gemengd. Nils begrijpt dat wel: ‘Een deel van de afdelingen had vóór de overgang naar HiX 6.3 al een andere, eigen oplossing, en daarom vragen zorgverleners zich logischerwijs af: waarom zou dit beter zijn? Niet iedereen zit erop te wachten om het proces wéér te veranderen, dus ik denk dat het even duurt voordat ze hieraan gewend zijn. Gelukkig zijn de afdelingen die nog niet aangesloten waren op die vorige oplossing enorm positief. Voor hen is het verschil groter, en die reacties bevestigen dat we op de goede weg zijn. Voor het hele ziekenhuis staan de functieonderzoeken nu allemaal op dezelfde plek, en dat is een mooie vooruitgang.’