Een trainee die leiding geeft? Het klinkt misschien tegenstrijdig, maar voor implementatieconsultant Cilia Posthumus, die sinds mei 2021 als Furore-trainee bij het Erasmus MC werkt, is het de dagelijkse realiteit. De meeste uren van haar traineeship gaan naar haar autorisatie-opdracht: belangrijk werk waarvoor ze de hele dag meldingen afhandelt en contact heeft met eindgebruikers. Maar ze heeft ook een groepje studenten onder zich die videoconsulten tussen artsen en patiënten in goede banen leiden. ‘Dat is best wat verantwoordelijkheid voor iemand die net van de hogeschool komt,’ geeft ze toe, ‘maar het is precies wat ik wil. Ik leer er heel veel van en mijn zelfvertrouwen groeit met de dag.’
Pas afgestudeerden en carrièreswitchers
Cilia is een van de flinke handvol trainees die Furore jaarlijks opleidt. Ze hebben allemaal hart voor de zorg en zorg-ICT, maar komen uit heel verschillende richtingen: sommigen hebben net een studie als Bewegingswetenschappen, Medische Informatiekunde of Gezondheidswetenschappen afgerond, terwijl anderen een carrièreswitch maken vanuit de psychologie of fysiotherapie.
Door die verschillende achtergronden doorloopt niet elke Furore-trainee hetzelfde programma. Dat kan dankzij een gedegen selectieprocedure met veel oog voor de kandidaat. ‘We doen de sollicitatieprocedure en assessments met onze eigen mensen, zodat we extra snel de pareltjes kunnen spotten,’ legt HR-adviseur Mischa Bach uit. En alle trainees worden getest op hun analytisch vermogen. Daardoor ligt het succespercentage hoog.
Jonge honden met een steile leercurve
‘Onze klanten weten dat Furore-trainees snel dingen oppikken en daardoor ook snel trainee-af zijn,’ zegt afdelingsmanager Richard Hopmans. Dat komt door het learning-on-the-job-principe. ‘Een klant vertelde me eens dat een trainee al na drie maanden iets aan een beheerder uitlegde die al acht jaar bij het ziekenhuis in dienst was. Dat is kenmerkend voor ons kaliber mensen. Al helpt het natuurlijk ook dat de mensen die we aannemen jong, dynamisch, leergierig en ambitieus zijn.’
Daar raakt Richard een cruciaal punt, want eerstebaners willen in hun eerste paar jaar op de arbeidsmarkt natuurlijk zo snel mogelijk doorgroeien. Hun leercurve is steil en de hang naar succes groot. ‘Dat zijn dingen waar een klant van profiteert – van de potentie van onze trainees. En binnen beheerorganisaties in zorginstellingen blijkt dat goed te werken. De frisse blik van zo’n stel jonge honden krijgt de boel vaak weer aan het rollen, en dat kan de dynamiek van zo’n afdeling echt veranderen.’