Afstuderen bij Furore: een onderzoek naar de voorspelbaarheid van geboortepieken

Is het mogelijk om het aantal geboortes te voorspellen in een bepaalde regio en de personeelsbezetting af te stemmen op de verwachte zorgvraag? Over die vraag boog Merith Idema zich het afgelopen jaar in het kader van haar afstudeeropdracht bij Furore Conclusion en het Landelijk Netwerk Acute Zorg en het Landelijk Coördinatiecentrum Patiënten Spreiding (LNAZ/LCPS). Nu die opdracht is afgerond, kan ze hem beantwoorden. 

5 februari 2025   |   Nieuws   |   Door: Furore Conclusion

Deel

Op individueel niveau is het natuurlijk onmogelijk te voorspellen wanneer een baby geboren wordt. Maar valt er voor een grotere groep zwangeren wellicht wel een prognose te stellen? Al vroeg in haar onderzoek ontdekte Merith dat het antwoord op die vraag positief is: ja, over een complete regio kun je wel degelijk voorspellende uitspraken doen. ‘Als je van een bepaalde regio bijvoorbeeld historische data hebt en weet hoe het patroon er een jaar geleden uitzag, kun je op basis daarvan grove voorspellingen doen voor dit jaar. En als je van alle zwangeren in de regio de uitgerekende datum kent, kun je een betere inschatting maken van drukkere periodes.’

Bepaalde mate van voorspelbaarheid

Toch, zo licht Merith toe, komt er ook altijd een bepaalde mate van onvoorspelbaarheid kijken bij dergelijke geboortepredicties. ‘In ieder geval wel met de modellen die ik nu heb gebruikt. Wat ik zelf heel opvallend vond, is dat het patroon op weekniveau lastig te voorspellen is door de pieken. Want het is weliswaar heel handig om te weten dat het in juli en augustus drukker wordt, maar als er een tekort is aan zorgverleners, kun je natuurlijk niet acht weken lang opschalen van vier naar vijf verpleegkundigen. Je hebt dan je preciezere voorspellingen nodig, zoals in welke week of op welke dag het druk wordt.’ 

Een beetje voorbarig

Preciezere voorspellingen zouden mogelijk verkregen kunnen worden met extra variabelen en meer kennis over wat bepaalt wanneer een geboorte plaatsvindt. Merith: ‘Verloskundigenpraktijken hebben voor zichzelf altijd wel een lijst van uitgerekende datums, zodat ze kunnen inschatten wanneer ze het druk krijgen, maar dat wordt niet op regionaal niveau gebundeld – laat staan met extra variabelen. In de praktijk moet er dus nog een flinke stap worden gemaakt om op het punt te komen dat je zulke voorspellingen zou kunnen integreren in het zorgproces. Dit onderzoek diende dus ook om te peilen of het die moeite wel waard is. Is dit iets wat we willen? Staan zorgverleners open voor die extra administratie?’ Om daarachter te komen, is Merith naast haar datawerk om tafel gegaan met een aantal geboortezorgverleners. ‘Ik heb de eerste modellen geëvalueerd met een verloskundige, een gynaecoloog, een obstetrieverpleegkundige, een planner en een bestuurder van een kraamzorgorganisatie, en hun gevraagd of ze er heil in zagen. Over het algemeen waren ze enthousiast, maar ze vonden het te voorbarig om de personeelsplanning er al op af te stemmen. Ze zagen het model zoals het nu is eerder als een signaalfunctie. Zo van: er komt een grote piek aan, dus misschien moeten we even overleggen met de ziekenhuizen.’

Als je van een bepaalde regio de uitgerekende datums hebt, kun je op basis daarvan zeker voorspellingen doen. Om de personeelsplanning er ook echt op af te stemmen, is alleen nog meer onderzoek nodig.

Merith Idema

over haar afstudeerstage bij Furore

Grote stappen gemaakt

Los van de inhoud vertelt Merith dat ze veel geleerd heeft tijdens haar afstudeeropdracht. ‘Ik heb bijvoorbeeld veel gewerkt met het statistiekprogramma R, en als ik daarop terugkijk, zie ik dat ik echt wel een grote ontwikkeling heb doorgemaakt. Ik had een begeleider vanuit het LNAZ/LCPS die me daarbij hielp, namelijk Michiel uit het Broek, die al eerder was gestart met dit onderzoek, en ik heb zelf ook veel opgezocht. Soms leer je gewoon het meest als je jezelf ergens een beetje doorheen moet worstelen.’

Ook qua soft skills heeft Merith grote stappen gemaakt, met name op het gebied van procesmanagement. ‘Wat doe je als je vastloopt? Aan wie vraag je hulp? En hoe pak je zo’n groot project nou eigenlijk aan? Dat soort dingen kan ik nu beter inschatten. Ik had bijvoorbeeld een begeleider vanuit de universiteit, een begeleider vanuit Furore en een begeleider vanuit het LNAZ/LCPS, en die hadden allemaal net een andere kijk op het onderzoek. Dat dwong me om mijn eigen weg te vinden en zelf te kiezen wat ik van elke begeleider meenam. Ik stelde mezelf dus constant de vraag: wat wil ík met dit onderzoek?’

Veel luisteren 

Een ander aspect van Meriths groei is te danken aan het feit dat ze voor haar onderzoek op drie verschillende locaties werkte: bij Furore, bij het LNAZ/LCPS en bij Perined, de organisatie die de data beheert en Merith toegang gaf tot de benodigde datasets. ‘Daardoor heb ik het afgelopen jaar heel veel mensen leren kennen en vaak moeten overleggen, en daar heb ik misschien nog wel het meest van geleerd. Dat je bijvoorbeeld niet altijd direct een mening of antwoord hoeft te hebben, maar dat je er soms ook pas in een gesprek achter kunt komen wat de beste route is. En dat je dingen ook gewoon even mag laten bezinken, en dat je door goed te luisteren samen verder kunt komen. Dat klinkt allemaal heel logisch, maar ik had me nooit gerealiseerd hoe waardevol het kan zijn om op die manier je mening steeds verder bij te slijpen.’

Toekomstplannen 

Meriths thesis is inmiddels ingeleverd en haar afstudeeropdracht is afgerond. Maar dat betekent niet dat er ook al een punt staat achter haar onderzoek. ‘Mijn begeleider vanuit het LNAZ/LCPS wil nog wat verder aan de modellen sleutelen, wat ik heel leuk vind. Hij heeft een econometrie-achtergrond, dus misschien heeft hij nog wat slimme variabelen waardoor de geboortecijfers beter voorspelbaar worden op weekniveau. En misschien wordt het model dan wel toegepast in het LPZ, het Landelijk Platform Zorgcoördinatie. Dat is een tool waarmee zorgverleners de beschikbare capaciteit van ziekenhuizen kunnen inzien, en daar zou dit model natuurlijk ook mooi tussen passen. Zover zijn we nu absoluut nog niet, maar ik zou het heel leuk vinden als dat in de toekomst lukt.’

Betrokkenen