VBHC per zorgteam: betekent dat niet ontzettend veel maatwerk?
Barbara: “Op zich wel, maar standaardisatie van de producten helpt om balans te vinden in generieke en aandoeningspecifieke elementen. In het begin was het ontwikkelwerk zeer tijdrovend. Inmiddels hebben we een blauwdruk voor de HiX-inrichting van elke aandoening en hebben we een standaard ontwikkelproces opgezet. De blauwdruk vormt de generieke ondergrond waarmee aandoeningspecifieke indeling van de vragenlijsten kan worden neergezet. Ook omvat het de beschrijving van hoe bepaalde informatie-elementen zijn gestandaardiseerd, zoals familieanamnese. Met de dashboards is het net zo. Het is overigens een ICT-valkuil om alles generiek te willen maken.
Als je uitkomststuring relevant wilt laten zijn voor verbetering van de patiëntwaarde, vraagt dat goed inzicht in het zorgproces voor de specifieke aandoening en de ‘pijnpunten’ van de reis van de patiënt door het zorglandschap. En dat verschilt natuurlijk enorm per aandoening. Ten slotte is de ene aandoening, de andere niet. In de toekomst zie ik wel meer generieke oplossingen voor bepaalde clusters van aandoeningen, zoals bepaalde chronische ziekten of acute zorg. Ik pleit er dus voor om vooral het aandoeningspecifieke element niet uit het oog te verliezen te houden. Het blijft een combinatie van standaarden en maatwerk dus.”
En hoe zit het met de registratielast voor de zorgverleners?
Marije: “Bij de HiX-inrichting zorgen we ervoor dat de juiste vragen op het juiste moment in het proces naar voren komen. Zo blijft het invullen voor de zorgverleners overzichtelijk en de registratielast beperkt. Afstemming met het zorgteam en hen actief betrekken bij de inrichting is belangrijk om het EPD werkbaar te houden. Het systeem moet hen ondersteunen in hun dagelijkse werk.”
Barbara: “Soms ervaren zorgverleners pas in de praktijk of iets echt werkt en moeten we na de live-gang nog de nodige aanpassingen doen. We bekijken nu of we dit kunnen ondervangen met een uitgebreidere testfase. Ons doel is om iteratief te zoeken naar een intuïtieve workflow voor de gebruikers, waardoor de registratielast vermindert én de data herbruikbaar wordt. Twee vliegen in één klap dus. Zo krijgt de zorgverlener ook meer ruimte om na te denken over kwaliteitsverbeteringen.”
Hoe verhouden de VBHC-dashboards zich tot de verplichte landelijke kwaliteitsregistraties?
Marije: “De aanpassingen die we maken in het HiX-EPD ten behoeve van data voor de dashboards kunnen we ook gebruiken voor het aanleveren van data voor kwaliteitsregistraties. We zorgen ervoor dat dergelijke registratie in HiX herbruikbaar is. In het kader van VBHC kunnen echter ook andere gegevens gewenst zijn dan van de landelijke kwaliteitsregistratie. Het zorgteam bepaalt samen met patiënten wat belangrijke indicatoren zijn in het zorgpad voor de specifieke aandoening. Er is overlap, maar de invalshoek is anders.
Barbara: “Een belangrijk verschil is dat waardegedreven zorg zich richt op een multidisciplinaire aandoening, terwijl de kwaliteitsregistratie uitgaat van data over één specialisme of afdeling. Als je data registreert volgens de principes van het landelijke programma Registratie aan de Bron, kun je deze gebruiken voor zowel VBHC als voor kwaliteitsregistratie. We merken wel dat kwaliteitsregistraties zich ook steeds meer richten op uitkomstmaten en minder op structuur- of procesmaten.”
Marije: “VBHC is gericht op een continue verbetercyclus in het zorgproces. De VBHC-dashboards geven bijna realtime inzicht en helpen zo het zorgteam om steeds het zorgpad te blijven verbeteren.”
Zie je in de toekomst wel mogelijkheden voor externe benchmarks?
Barbara: “Het LUMC heeft doelbewust besloten om waardegedreven zorg te starten met een focus op de interne verbetercyclus van zorgteams. In de praktijk blijkt het namelijk moeilijk voor instellingen om elkaars data te vertrouwen. In de toekomst zie ik dat wel gebeuren. Over een jaar of twee, als de eerste zorgteams volwassen zijn in hun verbetercultuur, kan het nuttig zijn om uit te breiden naar externe benchmarking.”
Tot slot: hoe duurzaam is al dat HIX-inrichtingswerk op maat?
Barbara: “Dat is een veelgehoorde vraag. Het meeste werk wat we nu doen zit niet in het bouwen van de vragenlijsten, maar in het verkrijgen, testen en aanpassen van de juiste gegevenssets. Mocht het LUMC besluiten om over te gaan naar een standaard contentsysteem, dan kunnen we deze sets per aandoening overzetten. Alles staat dan al goed gedocumenteerd. Een mooi discussiestuk voor hoe een EPD eruit zou moeten zien!”
Furore Conclusion en Value-based Healthcare
Furore Conclusion helpt met:
- Inrichten en aanpassen van het EPD (zowel ChipSoft als Epic)
- Ontwikkelen, inrichten en valideren van interactieve dashboards (bijvoorbeeld met Power BI): het weergeven van data op grafische en toegankelijke manier voor zorgverleners/grafieken, op basis van een goede user interface.
- Informatie- en procesanalyse voorafgaand aan de aanpassingen in EPD: bijvoorbeeld: wie registreert wat, wanneer, waar en hoe? Data eenduidig vastleggen zodat het herbruikbaar is voor overdracht of aanleveringen voor kwaliteitsregistraties.
- Inrichten database/datawarehouse: het vastleggen, modelleren en herbruikbaar maken van data uit meerdere bronsystemen zodat het gebruikt kan worden voor toegankelijke, grafische dashboards.
- Domeinkennis: veel kennis en ervaring van de organisatie van ziekenhuiszorg, Registratie aan de Bron en (aanleveringen voor) verplichte kwaliteitsregistraties.